Hij die in het openbaar een naam aanneemt, die hem niet toekomt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van vijfentwintig [euro] tot driehonderd [euro], of met een van die straffen alleen.
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).