Meer info
     

25/04/2014 Decreet omgevingsvergunning
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 394/2

§ 1

De vergunningstermijn van een milieuvergunning of een omgevingsvergunning die werd verleend voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, wordt verlengd tot en met 31 december 2024 als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
de vergunning heeft betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit die stikstofemissies veroorzaakt;
de vergunningstermijn is:
a)
verstreken in 2021 of 2022 en er werd ten minste vóór de einddatum van de vergunning een hernieuwingsaanvraag ingediend waarover nog geen definitieve beslissing werd genomen;
b)
verstreken of verstrijkt in de loop van 2023 of 2024;
er wordt een verzoek tot verlenging van de vergunningstermijn bij de bevoegde overheid, vermeld in paragraaf 2, ingediend, die daar uitdrukkelijk akte van neemt conform paragraaf 2, eerste lid;
het verzoek tot verlenging van de vergunningstermijn wordt ingediend uiterlijk op de dag voor het verstrijken van de lopende vergunningstermijn.
Voor de vergunningen waarvan de vergunningstermijn is verstreken voor de inwerkingtreding van dit artikel of waarvan de vergunningstermijn verstrijkt uiterlijk op 31 januari 2024, kan het verzoek, in afwijking van het eerste lid, alsnog ingediend worden tot uiterlijk 1 maart 2024.
In afwijking van het eerste lid wordt de vergunningstermijn van een milieuvergunning of een omgevingsvergunning die werd verleend voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die stikstofemissies veroorzaakt en waarvan de vergunningstermijn al werd verlengd tot 31 december 2023, overeenkomstig artikel 394/2, zoals dat gold op de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet van 22 december 2023 tot wijziging van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wat het invoeren van overgangsmaatregelen voor vergunningen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof betreft, van rechtswege verlengd tot en met 31 december 2024.

§ 2

De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, neemt binnen een termijn van dertig dagen uitdrukkelijk akte van het verzoek, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, als aan de voorwaarden van paragraaf 1, eerste lid, is voldaan.
De termijn, vermeld in het eerste lid, gaat in op de dag na de datum van de melding.
Als het verzoek is ingediend binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 4°, mag de stedenbouwkundige handeling in stand worden gehouden of mag de ingedeelde inrichting of activiteit verder geëxploiteerd worden na de einddatum in afwachting van de aktename, vermeld in het eerste lid.
De uitdrukkelijke aktename geldt als bevestiging dat de milieuvergunning of omgevingsvergunning is verlengd.
Voor de bekendmaking van de beslissing over het verzoek zijn de bepalingen die gelden voor de bekendmaking van een beslissing over een vergunningsaanvraag die behandeld wordt zonder openbaar onderzoek, van overeenkomstige toepassing.

§ 3

Dit artikel geldt met behoud van de toepassing van de bepalingen, vermeld in artikel 99, § 2 en § 3.

§ 4

In afwijking van artikel 70, § 1, tweede lid, mogen ingedeelde inrichtingen of activiteiten die stikstofemissies veroorzaken, verder geëxploiteerd worden na de einddatum van de vergunning in afwachting van een definitieve beslissing over een hernieuwingsaanvraag, op voorwaarde dat die hernieuwingsaanvraag uiterlijk voor de voormelde einddatum wordt ingediend.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 Decr.Vl. 9 juni 2023 (BS 6 juli 2023), met ingang van 7 juli 2023 (art. 4) en vervangen bij art. 2 Decr.Vl. 22 december 2023 (BS 16 januari 2024), met ingang van 30 november 2023 (art. (3).