Meer info
     

08/05/2019 Belgisch Scheepvaartwetboek
Belgisch Scheepvaartwetboek

Afdeling 5 Scheepshypotheken
Onderafdeling 1 Algemene bepalingen
Artikel 2.2.5.24 Andere regelgeving
Deze afdeling geldt onverminderd:
afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de Hypotheekwet;
het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de ondernemingen van hypothecaire leningen;
hoofdstuk 2 van titel 4 van boek VII van het Wetboek van economisch recht,
voor zover zij op door een scheepshypotheek gewaarborgde kredieten van toepassing zijn.

Artikel 2.2.5.25 Voor scheepshypotheek vatbare goederen
Schepen, schepen in aanbouw en schepen in verbouwing kunnen worden bezwaard met een scheepshypotheek.

Artikel 2.2.5.26 Vestigen van de scheepshypotheek
Een scheepshypotheek kan worden gevestigd bij overeenkomst tussen de partijen en in de andere gevallen door de wet bepaald.

Artikel 2.2.5.27 Bekwaamheid van de scheepshypotheekgever

§ 1

Op straffe van volstrekte nietigheid kan een scheepshypotheek alleen worden gevestigd door degene die bekwaam is om het schip, het schip in aanbouw of het schip in verbouwing te vervreemden.

§ 2

Schepen van minderjarigen en van onbekwaam-verklaarden kunnen niet anders met scheepshypotheek bezwaard worden dan wegens de oorzaken en met inachtneming van de vormen die bij de wet bepaald zijn.

Artikel 2.2.5.28 Vestiging door de gezagvoerder of een lasthebber
Een scheepshypotheek kan slechts worden gevestigd door de gezagvoerder of een lasthebber wanneer deze daartoe over een uitdrukkelijke lastgeving beschikt.

Artikel 2.2.5.29 Vorm
De scheepshypotheek kan worden gevestigd bij authentieke of bij onderhandse akte.

Artikel 2.2.5.30 Woonstkeuze
De akte van scheepshypotheekvestiging bevat keuze van woonplaats door de schuldeiser op een adres in België.
Bij gebreke van keuze van woonplaats mogen alle betekeningen en kennisgevingen betreffende de inschrijving gedaan worden aan het in de akte vermelde adres van de schuldeiser of, bij gebrek aan adres in België, aan de procureur des Konings te Brussel.
De schuldeiser of zijn vertegenwoordigers kunnen de gekozen woonplaats wijzigen of schrappen door een verklaring in onderhandse of authentieke vorm, die zij in het zeeschepenregister of het binnenschepenregister kunnen laten inschrijven.

Artikel 2.2.5.31 Scheepshypotheek op schepen in aanbouw
Een scheepshypotheek kan worden gevestigd op een schip in aanbouw zodra de scheepsbouwovereenkomst ondertekend is en, ingeval de scheepsbouwer voor eigen rekening bouwt, zodra het schip geregistreerd of teboekgesteld is.

Artikel 2.2.5.32 Voorwaardelijke of vernietigbare scheepshypotheek

§ 1

Wanneer het recht van de scheepshypotheekgever op het schip onderworpen is aan een opschortende of ontbindende voorwaarde, of wanneer dit recht vatbaar is voor vernietiging, is de scheepshypotheek onderworpen aan dezelfde voorwaarde of vatbaar voor dezelfde vernietiging, naargelang het geval.

§ 2

In afwijking van artikel 2.2.5.27, § 1, kan de opdrachtgever bij een scheepsbouwovereenkomst die nog geen eigendomsrecht op het schip heeft verworven, een hypotheek vestigen onder opschortende voorwaarde dat hij dit recht verwerft.

Artikel 2.2.5.33 Afbakening van de scheepshypotheek
Op straffe van volstrekte nietigheid, moet de scheepshypotheek worden verleend op één of meer duidelijk aangewezen schepen en voor een bepaald bedrag.
Onverminderd artikel 2.2.1.27 kan de aanwijzing van het schip of de schepen gebeuren aan de hand van alle nuttige gegevens, waaronder deze betreffende de registratie of de teboekstelling.

Artikel 2.2.5.34 Ondeelbaarheid van de scheepshypotheek
Een scheepshypotheek kan worden gevestigd op meer dan één schip.
Behoudens afwijkend beding is de scheepshypotheek ondeelbaar en blijft zij voor het geheel bestaan op al de bezwaarde schepen en op ieder gedeelte ervan.

Artikel 2.2.5.35 Scheepsbestanddelen en scheepstoebehoren
De op een schip, een schip in aanbouw of een schip in verbouwing gevestigde scheepshypotheek strekt zich uit tot:
de scheepsbestanddelen;
behoudens afwijkend beding als bedoeld in artikel 2.2.4.8[en het scheepstoebehoren].
Wetshistoriek
Enig lid:
inleidende bepaling gewijzigd bij art. 18, 1° Wet 16 juni 2021 (BS 6 september 2021 (ed. 2));
2° gewijzigd bij art. 18, 2° Wet 16 juni 2021 (BS 6 september 2021 (ed. 2)).

Artikel 2.2.5.36 Individualisering van scheepsbouwmaterialen
Behoudens afwijkend beding, strekt de scheepshypotheek op een schip in aanbouw of in verbouwing zich uit tot op de werf aanwezige en met het oog op de verwerking, inbouw in of plaatsing aan boord van het betrokken schip geïdentificeerde materialen, scheepsbestanddelen, scheepstoebehoren en andere zaken die eigendom zijn van de scheepseigenaar.

Artikel 2.2.5.37 Zaakvervanging

§ 1

Wanneer het schip averij heeft opgelopen doch de vergoeding niet wordt aangewend voor de herstelling ervan en de zekerheid dientengevolge ontoereikend is geworden, wordt de vordering van de hypothecaire schuldeiser eisbaar, en kan hij zijn rechten eveneens op die vergoeding uitoefenen.

§ 2

Wanneer het schip verloren is gegaan of onzeewaardig is geworden, wordt de vordering van de hypothecaire schuldeiser eisbaar, en kan hij zijn rechten eveneens op de geredde voorwerpen of op de opbrengst ervan uitoefenen.

§ 3

Indien hij bewijst dat de averij, het verlies of de onzeewaardigheid is ontstaan buiten zijn persoonlijke schuld, heeft de schuldenaar het recht om, in plaats van betaling van de vordering, een gelijkwaardige scheepshypotheek te doen vestigen op een ander schip of een andere gelijkwaardige zekerheid te verschaffen.

§ 4

De voorgaande paragrafen gelden behoudens afwijkend beding en onder voorbehoud van de bepalingen betreffende het ruimen van wrakken.

Artikel 2.2.5.38 Scheepshypotheek tot zekerheid van een kredietopening

§ 1

De scheepshypotheek verleend tot zekerheid van een geopend krediet is geldig. Haar rang wordt bepaald naar de dagtekening van haar inschrijving, ongeacht de tijdstippen waarop de door de kredietgever aangegane verbintenissen worden uitgevoerd, welke uitvoering kan worden bewezen door alle wettelijke middelen.

§ 2

De kredietgever behoudt tegenover derden het recht om over de scheepshypotheek te beschikken, zelfs indien verbintenissen op het krediet toe te rekenen, vertegenwoordigd zijn door verhandelbare titels. Nochtans kan de houder van deze titels door een verzet de gevolgen schorsen van akten van opheffing of andere, die aan zijn recht nadeel zouden toebrengen.
Het verzet moet betekend worden aan het Belgisch Scheepsregister en aan de kredietgever en het moet keuze van woonplaats bevatten binnen België.
Het verzet wordt door het Belgisch Scheepsregister ingeschreven en van deze inschrijving wordt melding gemaakt onderaan op het origineel van het exploot. Het verzet heeft slechts gevolg gedurende twee jaar, indien het niet vernieuwd wordt kan de opheffing ervan worden verleend bij een eenvoudig exploot.

Artikel 2.2.5.39 Scheepshypotheek tot zekerheid van toekomstige schuldvorderingen
Een scheepshypotheek mag worden verleend tot zekerheid van toekomstige schuldvorderingen indien deze op het ogenblik van de vestiging ervan bepaald of bepaalbaar zijn. Haar rang wordt bepaald naar de dagtekening van haar inschrijving, ongeacht de tijdstippen waarop de gewaarborgde schuldvorderingen ontstaan.

Artikel 2.2.5.40 Opzegbaarheid van bepaalde scheepshypotheken
Indien een scheepshypotheek wordt gevestigd tot zekerheid van toekomstige schuldvorderingen die over een onbepaalde duur kunnen ontstaan of tot zekerheid van schuldvorderingen uit hoofde van een overeenkomst van onbepaalde duur, kan de persoon tegen wie de scheepshypotheek wordt ingeschreven of de derde-bezitter van het schip de scheepshypotheek steeds opzeggen met een opzegging van minstens drie maanden en maximum zes maanden, welke aan de schuldeiser wordt gericht bij aangetekende zending met ontvangstmelding. De opzeggingstermijn gaat in op de dag van de ontvangstmelding.
Inzake toekomstige schuldvorderingen heeft de opzegging tot gevolg dat de scheepshypotheek enkel nog strekt tot zekerheid van gewaarborgde schuldvorderingen die bestaan bij het verstrijken van de opzeggingstermijn. Inzake overeenkomsten van onbepaalde duur, blijven slechts die schuldvorderingen door de scheepshypotheek gewaarborgd welke bij het verstrijken van de opzeggingstermijn tengevolge van de uitvoering van de overeenkomst bestaan.
Wie de scheepshypotheek opzegt, kan eisen dat de schuldeiser hem schriftelijk de inventaris meedeelt van de schuldvorderingen die nog gewaarborgd zijn op het einde van de opzeggingstermijn.

Artikel 2.2.5.41 Gewaarborgde interest
De scheepshypotheek die is ingeschreven voor een kapitaal dat interesten opbrengt, waarborgt ten hoogste drie jaar interest in dezelfde rang als de hoofdsom.

Artikel 2.2.5.42 Onderlinge rang
Tussen de hypothecaire schuldeisers onderling wordt de rang bepaald door de dag van de inschrijving en, indien de scheepshypotheken op dezelfde dag zijn ingeschreven, door het volgnummer van de inschrijving.

Artikel 2.2.5.43 Inbezitstelling van het schip

§ 1

In de hypotheekakte kan worden bedongen dat, bij niet-nakoming van de jegens hem aangegane verbintenissen, de hypothecaire schuldeiser gerechtigd is zich het bezit van het schip te doen toewijzen indien hij de eerste ingeschrevene is en indien dit recht door de inschrijving openbaar is gemaakt.

§ 2

De schuldeiser wordt in het bezit van het schip gesteld bij beschikking, op verzoekschrift overeenkomstig artikel 1025 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek verleend door de ondernemingsrechtbank die rechtsmacht heeft over het arrondissement waarin de thuishaven van het schip is gelegen.
De inbezitstelling wordt steeds, binnen een termijn van tien dagen, voorafgegaan door een bevel tot betaling.
Dit bevel bevat:
de opgave van de titel krachtens welke het gedaan wordt en een volledig afschrift van die titel, tenzij de betekening ervan aan de schuldeiser reeds is gedaan in de loop van de drie jaar die aan de beschikking voorafgaan of wanneer het een authentieke of een onderhandse akte betreft waarbij een scheepshypotheek wordt gevestigd;
de opgave van dag, maand en jaar;
de naam, het beroep en de woonplaats van de vervolgende partij;
de keuze van woonplaats in België, waaraan elke betekening, zelfs van een aanbod van gerede betaling, vervolgens geldig wordt gedaan;
de naam en de woonplaats van de gerechtsdeurwaarder en de opgave van het adres van zijn kantoor;
de naam en de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, de verblijfplaats van de schuldenaar;
de opgave van het verschuldigd bedrag en de vermelding dat, bij gebreke van betaling, zal worden overgegaan tot de inbezitstelling van het schip, waarvan tevens de naam, de soort, de tonnenmaat en de aard van zijn beweegkracht wordt opgegeven;
de vermelding van de persoon aan wie afschrift van het exploot wordt afgegeven.
Over het verzoekschrift kan eerst uitspraak worden gedaan vijftien dagen na de betekening ervan aan de eigenaar, met aanmaning om zijn bezwaren, zo er bestaan, binnen die tijd aan de rechtbank mede te delen.
De beschikking is slechts voor tenuitvoerlegging vatbaar nadat zij aan de eigenaar is betekend.

§ 3

Tegen de beschikking bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, kan voor de ondernemingsrechtbank verzet worden gedaan.
Het verzet wordt aan de vervolgende partij betekend.
Tegen het op dat verzet gewezen vonnis kan binnen vijftien dagen na de betekening beroep worden ingesteld.

§ 4

De beschikking bedoeld in paragraaf 2, eerste lid en het vonnis bedoeld in paragraaf 3, derde lid, zijn uitvoerbaar niettegenstaande verzet.
De rechtbank kan de uitvoering van het vonnis afhankelijk maken van de stelling van een zekerheid die hij bepaalt en waarvan hij, zo daartoe grond bestaat, de modaliteiten vaststelt.

§ 5

Heeft de eigenaar zijn woonplaats niet binnen België, of heeft hij er zijn woonplaats niet gekozen, dan worden de andere dan de in paragraaf 2 vermelde betekeningen gedaan aan de griffie van de ondernemingsrechtbank.
De in dit artikel gestelde termijnen worden niet verlengd naargelang van de afstanden.

§ 6

De uitoefening door de schuldeiser van de door de vorige paragrafen toegekende rechten wordt niet geschorst door het overlijden of het faillissement van de schuldenaar of van de scheepshypotheekgever of door een hem betreffende gerechtelijke reorganisatie.

§ 7

De beschikking, het vonnis of het arrest wordt betekend aan al de ingeschreven schuldeisers, ter woonplaats door hen in de inschrijving gekozen, alsmede tweemaal en met een tussentijd van ten minste acht dagen bij uittreksel bekendgemaakt:
in het Belgisch Staatsblad;
op de website van het Belgisch Scheepsregister;
op de desgevallend bijkomend door de Koning voorgeschreven elektronische wijze.

§ 8

Het beschikkend gedeelte van de beschikking, het vonnis of het arrest wordt betekend aan de gekende gezagvoerder.
Bevindt het schip zich in een vreemd land, dan mag van dat beschikkend gedeelte aan de gezagvoerder kennis worden gegeven via het MIK.

§ 9

De schuldeiser die in het bezit van het schip is gesteld moet de door de kapitein als vertegenwoordiger van de scheepseigenaar of de reder zonder bedrog aangegane verbintenissen eerbiedigen.
Hij is aansprakelijk voor zijn beheer.

§ 10

Gedurende een jaar te rekenen van de aan de ingeschreven schuldeisers gedane betekening of van de laatste bekendmaking, mogen de schuldenaar, de eigenaar en elke ingeschreven of van een uitvoerbare titel voorziene schuldeiser de in bezit van het schip gestelde schuldeiser verzoeken tot de verkoop van het schip over te gaan op de wijze voorgeschreven bij de artikelen 2.2.6.38, 2.2.6.39 en 2.2.6.40.
Op aanvraag van elke belanghebbende, de schuldenaar, de eigenaar, de ingeschreven schuldeisers en, in voorkomend geval, de van een uitvoerbare titel voorziene schuldeisers, die de verkoop hebben gevorderd,
behoorlijk opgeroepen, kan de beslagrechter evenwel gelasten dat, zelfs in het buitenland, tot de verkoop zal worden overgegaan door een scheepsmakelaar.
In dat geval bepaalt hij de voorwaarden waaronder de verkoop zal geschieden.

Artikel 2.2.5.44 Zuivering na vrijwillige vervreemding

§ 1

De scheepshypotheek gaat teniet door vrijwillige vervreemding van het schip, het schip in aanbouw of het schip in verbouwing, mits de nieuwe eigenaar, binnen zes maanden na de inschrijving van zijn titel of, in geval van vervolging in de loop van die zes maanden, binnen vijftien dagen na de betekening van het bevel dat aan de beslaglegging voorafgaat, aan alle ingeschreven schuldeisers, aan de door hen bij de inschrijving gekozen woonplaats, betekent:
een uittreksel uit zijn titel bevattende de dagtekening en de aard van de akten, de aanwijzing van de partijen, de naam, de soort en de tonnenmaat van het schip, de prijs en de lasten die van de prijs deel uitmaken, dan wel de waardering van de zaak, indien deze geschonken is of overgedragen anders dan door verkoop;
de opgave van de datum van inschrijving van zijn titel;
een tabel in drie kolommen, waarvan de eerste de dagtekening van de inschrijvingen bevat, de tweede de naam van de schuldeisers en de derde het bedrag van de ingeschreven schuldvorderingen.
Ingeval de titel van de nieuwe eigenaar naast een met hypotheek bezwaard schip andere onroerende of roerende goederen, desgevallend schepen omvat, dan zal, indien daartoe reden bestaat, de prijs van ieder schip waarop bijzondere en afzonderlijke inschrijvingen zijn genomen, in de kennisgeving worden opgegeven bij vergelijkende waardering naar evenredigheid van de totale in de titel vermelde prijs.

§ 2

De nieuwe eigenaar verklaart in de akte van kennisgeving dat hij de hypothecaire schulden en lasten zal voldoen ten belope van de prijs of van de opgegeven waarde, zonder enige aftrek ten voordele van de verkoper of van wie ook.
Behoudens afwijkend beding in de titels van schuldvordering, heeft hij het genot van elke tijdsbepaling en van elk uitstel van betaling, aan de oorspronkelijke schuldenaar verleend, en hij neemt de termijnen in acht die tegen de laatstgenoemde zijn bedongen.
De niet vervallen schuldvorderingen die slechts voor een gedeelte batig zijn gerangschikt, zijn onmiddellijk opeisbaar, ten belope van dit gedeelte ten aanzien van de nieuwe eigenaar, en voor het geheel ten aanzien van de schuldenaar.

§ 3

Indien een van de ingeschreven schuldeisers een rechtsvordering tot ontbinding bezit en ze wil instellen, moet hij zulks op straffe van verval verklaren ter griffie van de rechtbank voor welke de rangregeling moet worden vervolgd.
De verklaring moet binnen vijftien dagen na de kennisgeving worden gedaan en binnen tien dagen worden gevolgd door het instellen van de eis tot ontbinding.
Te rekenen van de dag waarop de schuldeiser verklaart dat hij de rechtsvordering tot ontbinding wil instellen, is de zuivering geschorst; zij kan pas worden hervat nadat de schuldeiser afstand heeft gedaan van de rechtsvordering tot ontbinding, of nadat deze vordering is afgewezen.

§ 4

Binnen vijftien dagen na de kennisgeving, gedaan op verzoek van de nieuwe eigenaar, kan iedere ingeschreven schuldeiser vorderen dat het schip in openbare veiling verkocht wordt, op voorwaarde:
dat deze vordering door een gerechtsdeurwaarder aan de nieuwe eigenaar wordt betekend, uiterlijk binnen veertig dagen na de kennisgeving gedaan ten verzoeke van de laatstgenoemde;
dat zij een bod bevat waarbij de verzoeker of een door hem aangewezen persoon de prijs verhoogt met vijf procent boven de prijs die in de overeenkomst was bedongen of door de nieuwe eigenaar was opgegeven; dit bod slaat op de hoofdprijs en de lasten, zonder enige aftrek ten nadele van de ingeschreven schuldeisers; de kosten van de eerste overeenkomst moeten niet in aanmerking worden genomen;
dat dezelfde betekening binnen dezelfde termijn gedaan wordt aan de vorige eigenaar en aan de hoofdschuldenaar;
dat het origineel en de afschriften van deze exploten worden ondertekend door de verzoekende schuldeiser of door zijn gemachtigde, voorzien van een uitdrukkelijke volmacht, die in dit geval verplicht is afschrift van zijn volmacht te geven; zij moeten in voorkomend geval ook ondertekend worden door de opbieder;
dat de verzoeker aanbiedt persoonlijke of hypothecaire borg te stellen ten belope van vijfentwintig procent van de prijs en van de lasten, ofwel, wanneer
hij
een gelijk bedrag in consignatie gegeven heeft, dat hij afschrift betekent van het bewijs van consignatie;
dat de betekening dagvaarding inhoudt om met het oog op de aanneming van die borg binnen drie dagen te verschijnen voor de rechter van de plaats waar het schip ligt en, wanneer het in de vaart is, vóór de rechter van de thuishaven.
De opbieder kan in geen geval worden verplicht om in zijn hoger bod andere goederen te begrijpen dan het schip dat voor zijn schuldvordering met hypotheek bezwaard is. Behoudens het verhaal van de nieuwe eigenaar op zijn rechtsvoorgangers, tot vergoeding van de schade die hij ingevolge de verdeling van door hem verkregen goederen of door de splitsing van bedrijven mocht lijden.

§ 5

In de rechtspleging tot aanneming van de borg wordt geen vonnis tot voeging gewezen en worden de niet-verschenen partijen niet opnieuw gedagvaard.
Wordt de borg verworpen, dan wordt het opbod van onwaarde verklaard en blijft de koper verbonden, ten ware andere schuldeisers een opbod hadden gedaan.
Wordt de borg aangenomen, dan wijst het vonnis de ministeriële ambtenaar aan die belast is met de verkoop, en bepaalt het de dag waarop deze zal geschieden. Daartoe wordt overgegaan volgens de eerste voorwaarden of volgens een nieuw lastenkohier, in gemeen overleg opgemaakt door de opbieder en de belanghebbende partijen.

§ 6

Wanneer overeenkomstig de voorgaande paragrafen een hoger bod is betekend, heeft iedere ingeschreven schuldeiser het recht zich in de plaats van de vervolgende partij te doen stellen, overeenkomstig artikel 1609 van het Gerechtelijk Wetboek, ingeval de opbieder of de nieuwe eigenaar geen gevolg aan de rechtspleging geeft binnen een maand nadat het hoger bod is gedaan.
De artikelen 1610 en 1611 van het voornoemde wetboek zijn mede op het hoger bod van toepassing.

§ 7

Ten minste tien dagen vóór de toewijzing wordt een aankondiging van de herveiling bekendgemaakt:
in het Belgisch Staatsblad;
op de website van het Belgisch Scheepsregister;
op de desgevallend bijkomend door de Koning voorgeschreven elektronische wijze.
De in het vorige lid bedoelde aankondiging vermeldt:
de datum en de aard van de akte van vervreemding waarop het hoger bod is gedaan, en, in voorkomend geval, de naam van de notaris voor wie ze werd verleden;
de in de akte vermelde prijs of de waardering;
het bedrag van het hoger bod;
de namen, het beroep, de woonplaats van de vorige eigenaar en van de opbieder;
de naam van het schip alsmede de aard van de voortstuwing ervan en in voorkomend geval het vermogen van de voortstuwingsmiddelen, de materialen van de romp, het bouwjaar, de afmetingen en de tonnenmaat;
de ligplaats;
de dag, het uur en de plaats van de toewijzing.
Een aankondiging met dezelfde gegevens kan worden aangeplakt op de meest in het oog vallende of andere geschikte plaatsen aan boord of aan wal.

§ 8

De door de paragrafen 4 en 7 voorgeschreven formaliteiten moeten in acht worden genomen op straffe van nietigheid.
Op straffe van verval moeten de middelen van nietigheid worden voorgedragen overeenkomstig artikel 1331, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Artikel 1331, vijfde lid, is van toepassing.

§ 9

De opbieder wordt, zelfs in geval van indeplaatsstelling bij de vervolging, koper verklaard, indien zich geen andere bieder aanmeldt op de dag voor de toewijzing bepaald.
Artikelen 2.2.6.46 van dit wetboek en de artikelen 1585, 1586, 1589, 1590, 1591 en 1595 van het Gerechtelijk Wetboek zijn op het hoger bod van toepassing.

§ 10

Diegene aan wie het schip wordt toegewezen, is gehouden de toewijzingsprijs te voldoen en bovendien de verkrijger of de begiftigde die het bezit verloren heeft, te vergoeden voor de wettig gemaakte kosten van zijn overeenkomst, voor die van de inschrijving in het betrokken scheepsregister, voor die van de kennisgeving en voor die welke door hem zijn gemaakt om de herverkoop te bekomen.

§ 11

De schuldeiser die de veiling heeft gevorderd en van zijn vordering afstand doet, kan, zelfs indien hij het bedrag van het bod betaalt, de openbare veiling niet beletten, tenzij al de overige hypothecaire schuldeisers daarin uitdrukkelijk toestemmen, of tenzij dezen, na door een deurwaarder te zijn aangemaand om binnen vijftien dagen de veiling te vervolgen, aan die aanmaning geen gevolg geven. In dit geval behoort het bedrag van het bod aan de schuldeisers, volgens de rang van hun schuldvorderingen.

§ 12

Indien het schip na herveiling wordt toegewezen aan de in paragraaf 1 bedoelde nieuwe eigenaar, kan deze het bedrag dat de bij zijn titel bedongen prijs te boven gaat, en de interest van dat bedrag te rekenen van de dag van elke betaling, op de verkoper verhalen als naar recht.

§ 13

Onder voorbehoud van artikel 2.2.6.46 is toewijzing ten gevolge van een hoger bod bij vrijwillige vervreemding niet vatbaar voor enig ander hoger bod.
De eisen tot nietigverklaring moeten, op straffe van verval, worden ingesteld binnen vijftien dagen na de verkoop.

§ 14

Indien de schuldeisers geen veiling hebben gevorderd overeenkomstig paragraaf 4, blijft de waarde van het schip onherroepelijk bepaald op de prijs die in de overeenkomst was bedongen of door de nieuwe eigenaar was opgegeven.
De inschrijvingen die niet in batige rang komen ten opzichte van de prijs, worden doorgehaald voor het gedeelte dat de prijs te boven gaat, ingevolge de minnelijke of gerechtelijke rangregeling, opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek. Artikel 2.2.5.51 is op die inschrijvingen van toepassing.
De nieuwe eigenaar bevrijdt zich van de scheepsvoorrechten en scheepshypotheken, hetzij door aan de batig gerangschikte schuldeisers het bedrag te betalen van de opeisbare schuldvorderingen of van de schuldvorderingen die hij vrij is te voldoen, hetzij door de prijs ten belope van de schuldvorderingen in consignatie te geven.
De nieuwe eigenaar blijft onderworpen aan de batig gerangschikte scheepsvoorrechten en scheepshypotheken, voor de niet opeisbare schuldvorderingen waarvan geen bevrijding is ingetreden.

Artikel 2.2.5.45 Erkenning van vreemde hypotheken en gelijkgestelde rechten
Naar vreemd recht gevestigde hypotheken, scheepsverbanden en inschrijfbare of anderszins registreerbare lasten van dezelfde aard op schepen worden erkend en zijn uitvoerbaar op voorwaarde dat:
dergelijke hypotheken, scheepsverbanden en lasten werden gevestigd en openbaar gemaakt in overeenstemming met het recht van het land waarin het schip geregistreerd of teboekgesteld is;
het register en alle in overeenstemming met het onder 1° bedoelde recht verplicht neer te leggen stukken door het publiek kunnen worden geraadpleegd, en dat uittreksels uit het register en afschriften van de stukken kunnen worden verkregen;
hetzij het register, hetzij de stukken bedoeld onder 2°, ten minste vermelden:
a)
de naam en het adres van de persoon ten gunste van wie de hypotheek, het scheepsverband of de andere last werd gevestigd dan wel de vestiging ervan aan drager;
b)
het maximaal gewaarborgde bedrag, indien zulks wordt voorgeschreven door het recht bedoeld onder 1° of indien dit bedrag is vermeld in het stuk waardoor de hypotheek, het scheepsverband of de andere last werd gevestigd;
c)
de datum en de andere gegevens die, overeenkomstig het recht bedoeld onder 1°, de rang bepalen ten opzichte van andere hypotheken, scheepsverbanden en lasten.
Onderafdeling 2 Openbaarheid
Artikel 2.2.5.46 Tijdstip van inschrijving
De scheepshypotheek kan worden ingeschreven zolang zij bestaat.
Zij kan echter niet meer worden ingeschreven:
bij overlijden van de schuldenaar, later dan drie maanden na het openvallen van de erfenis;
na inschrijving van de akte van vervreemding;
na faillissement van de schuldenaar;
na doorhaling van de registratie of de teboekstelling.
Het gevolg van de inschrijvingen genomen vóór de opening van een faillissement wordt geregeld door de bijzondere wetten op het faillissement.

Artikel 2.2.5.47 Vermeldingen bij de inschrijving
Behalve hetgeen in artikel 2.2.1.19 is voorgeschreven, vermeldt het Belgisch Scheepsregister, in voorkomend geval:
de voet en de vervaldag van de interest, alsook de termijn van terugbetaling van de hoofdsom;
[...]
het beding van inbezitstelling van het schip;
de keuze van woonplaats.
Wetshistoriek
Enig lid, 2° opgeheven bij art. 19 Wet 16 juni 2021 (BS 6 september 2021 (ed. 2)).

Artikel 2.2.5.48 Geldigheidsduur van de inschrijving
De inschrijving van de scheepshypotheek houdt op van kracht te zijn indien zij niet is hernieuwd voor het verloop van vijftien jaar te rekenen van de dag waarop zij is geschied.
De inschrijving wordt hernieuwd na indiening bij het Belgisch Scheepsregister van twee door de schuldeiser ondertekende borderellen waarin de te hernieuwen inschrijving nauwkeurig wordt aangewezen; anders geldt zij enkel als eerste inschrijving.
Een hernieuwing van de inschrijving na het verstrijken van de in het eerste lid bepaalde termijn geldt eveneens als eerste inschrijving.

Artikel 2.2.5.49 Overdracht van scheepshypotheekrechten
Wanneer een scheepshypotheekrecht wordt overgedragen bij een onderhandse akte, moet de titel van scheepshypotheekvestiging, voorzien van de vermelding van de inschrijving, aan het Belgisch Scheepsregister worden voorgelegd. Het Belgisch Scheepsregister maakt op de onderhandse akte melding van de overdracht.
Hetzelfde geldt voor overdracht bij een authentieke akte, verleden krachtens een onderhandse lastgeving of in het buitenland opgemaakt in de vorm bij de buitenlandse wet voorgeschreven.

Artikel 2.2.5.50 Doorhaling en vermindering van de inschrijvingen
De inschrijvingen worden doorgehaald of verminderd krachtens een akte waarbij de begunstigde van de hypotheek opheffing verleent en toestemt in de doorhaling of vermindering, krachtens een vonnis dat in laatste aanleg is gewezen of in kracht van gewijsde is gegaan, of krachtens een vonnis dat uitvoerbaar is verklaard niettegenstaande verzet.
De doorhaling of de vermindering door het Belgisch Scheepsregister gebeurt op overlegging, hetzij van een expeditie van de [authentieke akte van opheffing waarin de instrumenterende ambtenaar eenzijdig bevestigt dat de schuldeiser zijn toestemming heeft verleend met deze doorhaling of vermindering], hetzij van de akte in brevet en van een ondertekend afschrift, hetzij van twee originelen van de onderhandse akte, hetzij van een door de griffier afgeleverd afschrift van het vonnis, naargelang het geval.
Een woordelijk uittreksel uit de authentieke akte is voldoende, wanneer de notaris daarin verklaart dat de akte geen voorwaarde of voorbehoud bevat.
Is de akte van opheffing onderhands, dan wordt alleen tot gehele of gedeeltelijke doorhaling overgegaan op voorlegging van de akte van hypotheekvestiging, die is voorzien van de vermelding van de inschrijving. Het Belgisch Scheepsregister maakt er melding op van de gehele of gedeeltelijke doorhaling van de inschrijving.
De akte van hypotheekvestiging moet eveneens worden voorgelegd wanneer het een authentieke akte van opheffing betreft, die werd verleden krachtens een onderhandse lastgeving of die in het buitenland werd opgemaakt in de door de toepasselijke vreemde wet voorgeschreven vorm.
De akte van opheffing of het vonnis wordt ingeschreven in het betrokken scheepsregister.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 20 Wet 16 juni 2021 (BS 6 september 2021 (ed. 2)).

Artikel 2.2.5.51 Ambtshalve doorhaling na gedwongen verkoop
In geval van gedwongen verkoop van een schip, kunnen alle bezwarende inschrijvingen betreffende het schip ambtshalve door het Belgisch Scheepsregister worden doorgehaald op voorlegging van een getuigschrift van de Belgische gerechtsdeurwaarder die tot de gedwongen verkoop van het schip is overgegaan.
In dit getuigschrift bevestigt de gerechtsdeurwaarder dat het schip gedwongen werd verkocht voor vrij en onbelast en dat de koper de prijs heeft betaald aan de schuldeisers of, bij gebreke van dergelijke betaling, dat hij een betaling heeft verricht die hem bevrijdt voor het geheel van de sommen waartoe hij gehouden is.
Het getuigschrift wordt ingeschreven in het betrokken scheepsregister.
Is het schip niet in België geregistreerd of teboekgesteld, dan beperkt het Belgisch Scheepsregister zich tot de neerlegging van het getuigschrift in het register van neerlegging.

Artikel 2.2.5.52 Rechterlijke bevoegdheid inzake eisen tot doorhaling of vermindering
Behoudens afwijkend beding, wordt de eis tot doorhaling of vermindering van de inschrijving van een scheepshypotheek, als hoofdvordering ingesteld, gebracht voor de ondernemingsrechtbank van het arrondissement waar het schip zijn thuishaven heeft.
Bij ontstentenis van een thuishaven is de rechtbank te Antwerpen bevoegd voor zeeschepen.

Artikel 2.2.5.53 Rechtsvorderingen tegen de schuldeisers
De rechtsvorderingen tegen de schuldeisers, waartoe de inschrijvingen aanleiding kunnen geven, worden ingesteld door dagvaarding aan hun persoon, of aan de laatste in het scheepsregister vermelde gekozen woonplaats, en zulks niettegenstaande het overlijden, hetzij van de schuldeisers, hetzij van hen bij wie zij woonplaats hebben gekozen.

Artikel 2.2.5.54 Doorhaling op bevel van de rechtbank
De rechtbank beveelt de doorhaling wanneer de inschrijving gedaan is zonder gegrond te zijn op de wet of op een titel, of wanneer zij geschied is krachtens een titel die hetzij onregelmatig, hetzij vervallen of gekweten was, of wanneer de scheepshypotheek op wettelijke wijze is tenietgegaan.