Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 33

§ 1

[De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand of de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van opmaak van de akte die een materiële vergissing vaststellen op een akte van de burgerlijke stand,] op basis van een authentieke akte of officieel attest, verbetert deze akte van de burgerlijke stand.
De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat na of de akten die de materiële vergissing staven beschikbaar zijn in de DABS.
Indien de akten niet beschikbaar zijn in de DABS verzoekt hij, voor akten die in België werden opgemaakt of in België werden overgeschreven vóór [31 maart 2019], de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt of overgeschreven tot opname van de akten in de DABS.
In zoverre [de ambtenaar] van de burgerlijke stand niet beschikt over de officiële attesten, vraagt hij deze zelf op bij de bevoegde Belgische instanties of instellingen.
Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand niet over de documenten beschikt op basis van de voorgaande leden, legt de betrokkene de akten of officiële attesten die de materiële vergissing staven zelf voor.

§ 2

De [ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in § 1, eerste lid,] maakt de gewijzigde akte of akten van de burgerlijke stand ten gevolge van de verbetering op.
De authentieke akte of het officiële attest, op basis waarvan de akte wordt verbeterd, wordt als bijlage in de DABS opgenomen.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), zelf gewijzigd bij art. 166, 6° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1)), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))), en van toepassing op verbeteringen van akten opgemaakt na 31 maart 2019 (art. 116).
Wetshistoriek
§ 1 gewijzigd bij art. 61 Wet 13 september 2023 (BS 2 oktober 2023 (ed. 3)), met ingang van 1 januari 2024 (art. 83).