§ 1
Om te kunnen worden aangewezen als gemeentelijke omgevingsambtenaar, moet een persoon voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:
- 1°
- houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B;
- 2°
- beschikken over een relevante aantoonbare beroepservaring van minstens twee jaar.
§ 2
Onverminderd hoofdstuk 12 van het decreet van 25 april 2014 en in afwijking van paragraaf 1 kunnen personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau B, als gemeentelijke omgevingsambtenaar worden aangewezen op voorwaarde dat op de datum van goedkeuring van dit besluit de administratieve behandeling van aanvragen tot milieuvergunning, stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning een van hun hoofdtaken was.
§ 3
Onverminderd hoofdstuk 12 van het decreet van 25 april 2014 en in afwijking van paragraaf 1 kunnen personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C als gemeentelijke omgevingsambtenaar worden aangewezen op voorwaarde dat op de datum van goedkeuring van dit besluit de administratieve behandeling van aanvragen tot milieuvergunning, stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning gedurende minstens vijf jaar een van hun hoofdtaken was.
Onverminderd artikel 9, § 3, van het decreet van 25 april 2014 is het ambt van gemeentelijke omgevingsambtenaar onverenigbaar met het ambt van secretaris of van financieel beheerder, vermeld in de wetgeving op de gemeentelijke instellingen.
De [algemeen directeur] kan alleen personen als waarnemende gemeentelijke omgevingsambtenaar aanwijzen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B.
Daarnaast kan de [algemeen directeur] ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C, als waarnemende gemeentelijke omgevingsambtenaar aanwijzen. Deze personen moeten op het ogenblik van hun aanwijzing wel betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeentelijke taken inzake ruimtelijke ordening of leefmilieu.
Een aanwijzing als waarnemend gemeentelijk omgevingsambtenaar kan maximaal achttien maanden duren.
Gewijzigd bij art. 53 B.Vl.Reg. 11 september 2020 (BS 13 oktober 2020 (ed. 1)).