§ 1
De vrederechter bepaalt het tijdstip of de omstandigheden en de wijze waarop de bewindvoerder over de persoon verslag uitbrengt.
Bij gebreke van aanwijzingen in de beschikking bedoeld in artikel 492/1, § 1, [deelt de bewindvoerder jaarlijks een schriftelijk verslag mee] aan de vrederechter, aan de beschermde persoon en aan diens vertrouwenspersoon en bewindvoerder over de goederen. De vrederechter kan de bewindvoerder ervan ontslaan dit verslag aan de beschermde persoon te overhandigen, voor zover deze niet in staat is ervan kennis te nemen.
In dit schriftelijk verslag worden minstens de volgende gegevens vermeld:
- 1°
- de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de bewindvoerder of zijn benaming en maatschappelijke zetel;
- 2°
- de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de beschermde persoon en diens vertrouwenspersoon;
- 3°
- de leefsituatie van de beschermde persoon;
- 4°
- de maatregelen die de bewindvoerder heeft genomen ter bevordering van het welzijn van de beschermde persoon;
- 5°
- de wijze waarop de bewindvoerder de beschermde persoon en, in voorkomend geval, diens vertrouwenspersoon en bewindvoerder over de goederen betrokken heeft bij de uitoefening van zijn opdracht en rekening heeft gehouden met hun mening;
- 6°
- in voorkomend geval, de wijze waarop de bewindvoerder rekening heeft gehouden met de opmerkingen die de vrederechter heeft geformuleerd bij een eerder verslag.
[De vrederechter gaat na of het verslag voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 497/8 en indien dat het geval is, keurt hij het verslag goed.] Eventuele op- of aanmerkingen waarmee de bewindvoerder over de persoon in de toekomst rekening dient te houden worden [hem ter kennis gebracht].
§ 2
De bewindvoerder over de goederen [deelt jaarlijks een schriftelijk verslag mee] aan de vrederechter, aan de beschermde persoon en aan diens vertrouwenspersoon en diens bewindvoerder over de persoon. De vrederechter kan de bewindvoerder ervan ontslaan om dit verslag aan de beschermde persoon te overhandigen, voor zover deze niet in staat is ervan kennis te nemen.
In dit schriftelijk verslag worden minstens de volgende gegevens vermeld:
- 1°
- de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de bewindvoerder of zijn benaming en maatschappelijke zetel;
- 2°
- de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de beschermde persoon, en, in voorkomend geval, van zijn vertrouwenspersoon;
- 3°
- de rekeningen omvattende minstens een overzicht van de stand van het beheerde vermogen bij de aanvang en op het einde van deze periode;
- 4°
- de wijze waarop de bewindvoerder de beschermde persoon en, in voorkomend geval, diens bewindvoerder over de persoon en diens vertrouwenspersoon betrokken heeft bij de uitoefening van zijn opdracht en rekening heeft gehouden met hun mening;
- 5°
- de materiėle levensvoorwaarden van de beschermde persoon;
- 6°
- in voorkomend geval, de wijze waarop de bewindvoerder rekening heeft gehouden met de opmerkingen die de vrederechter heeft geformuleerd bij een eerder verslag.
[Met het verslag wordt voor elke bankrekening een kopie meegedeeld van de door de bank uitgebrachte lijst van de verrichtingen tijdens de periode waarop het verslag betrekking heeft, met vermelding van het saldo ter staving van de in het verslag vermelde saldi alsook, in voorkomend geval, een attest van de financiėle instelling betreffende de belegde kapitalen.]
De bewindvoerder voert een vereenvoudigde boekhouding, die tenminste betrekking heeft op de mutaties in contant geld of op de rekeningen. De vrederechter kan de bewindvoerder echter, gelet op de aard en de omvang van het te beheren vermogen, vrijstelling verlenen van deze verplichting.
[De vrederechter gaat na of het verslag voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 497/8 en indien dat het geval is, keurt hij het verslag goed.] Hij kan daarbij voorbehouden en opmerkingen formuleren waarmee de bewindvoerder rekening moet houden.
Wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat de rekening tekortkomingen vertoont of wanneer de rekening vrij complex is, kan de vrederechter een technisch adviseur aanwijzen die hem technisch advies moet geven over de rekening. De vrederechter kan de kosten voor de technisch adviseur ten laste leggen van de bewindvoerder ingeval deze kennelijk tekortschoot in zijn verslaggevingsplicht of in de uitoefening van zijn opdracht.
Ingeval de vrederechter verscheidene bewindvoerders heeft aangesteld, bepaalt hij de wijze waarop deze het verslag bedoeld in het tweede lid dienen uit te brengen.
§ 3
Het verslag [wordt] bij het in artikel 1253 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde administratief dossier gevoegd.
§ 4
De Koning bepaalt een model van schriftelijk verslag en van vereenvoudigde boekhouding.
Art. ingevoegd bij art. 98 Wet 17 maart 2013 (BS 14 juni 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 233, zelf vervangen bij art. 22 Wet 12 mei 2014 (BS 19 mei 2014)).