Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 498/3

§ 1

De vrederechter bepaalt het tijdstip waarop of de omstandigheden waarin en de wijze waarop de bewindvoerder over de persoon verslag uitbrengt over de handelingen waarvoor hij de beschermde persoon bijstand heeft verleend.
Bij gebreke van aanwijzingen in de in artikel 492/1, § 1, bedoelde beschikking [deelt de bewindvoerder jaarlijks een schriftelijk verslag mee] aan de vrederechter, aan de beschermde persoon en aan diens vertrouwenspersoon en bewindvoerder over de goederen. De vrederechter kan de bewindvoerder ervan ontslaan dit verslag aan de beschermde persoon te overhandigen, voor zover deze niet in staat is ervan kennis te nemen.
In dit schriftelijk verslag worden minstens de volgende gegevens vermeld:
de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de bewindvoerder, of zijn benaming en maatschappelijke zetel;
de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de beschermde persoon en diens vertrouwenspersoon;
een overzicht van de handelingen waarvoor de bewindvoerder bijstand heeft verleend aan de beschermde persoon.

§ 2

De bewindvoerder over de goederen [deelt jaarlijks een schriftelijk verslag mee] aan de vrederechter, aan de beschermde persoon en aan diens vertrouwenspersoon en diens bewindvoerder over de persoon. De vrederechter kan de bewindvoerder ervan ontslaan dit verslag aan de beschermde persoon te overhandigen, voor zover deze niet in staat is ervan kennis te nemen.
In dit schriftelijk verslag worden minstens de volgende gegevens vermeld:
de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de bewindvoerder of zijn benaming en maatschappelijke zetel;
de naam, de voornaam en de woon- of verblijfplaats van de beschermde persoon en diens vertrouwenspersoon;
een overzicht van de handelingen waarvoor de bewindvoerder bijstand heeft verleend aan de beschermde persoon.
Ingeval de vrederechter verscheidene bewindvoerders over de goederen heeft aangesteld, bepaalt hij de wijze waarop ze dit schriftelijk verslag dienen uit te brengen.

[§ 2/1

Wanneer slechts één bewindvoerder wordt aangewezen als bewindvoerder over de persoon en over de goederen, brengt die bewindvoerder jaarlijks één enkel verslag uit.
]

§ 3

[De vrederechter gaat na of het verslag voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 497/8 en indien dat het geval is, keurt hij het verslag goed.] Eventuele opmerkingen of aanmerkingen waarmee de bewindvoerder in de toekomst rekening dient te houden [...] worden [hem ter kennis gebracht].
Het verslag wordt bij het in artikel 1253 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde administratief dossier gevoegd.

§ 4

De Koning bepaalt een model van verslag.
Wetshistoriek
Art. ingevoegd bij art. 81 Wet 17 maart 2013 (BS 14 juni 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 233, zelf vervangen bij art. 22 Wet 12 mei 2014 (BS 19 mei 2014)).
§ 1, lid 2 gewijzigd bij art. 23, 1° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018), met ingang van 1 maart 2019 (art. 98).
§ 2, lid 1 gewijzigd bij art. 23, 2° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018), met ingang van 1 maart 2019 (art. 98).
§ 2/1 ingevoegd bij art. 23, 3° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018), met ingang van 1 maart 2019 (art. 98).
§ 3 gewijzigd bij art. 23, 4° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018), met ingang van 1 maart 2019 (art. 98).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepaling: art. 96 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018).