Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 490 (oud art. 490 - 501)

De bijzondere of algemene lastgeving verleend door een wilsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige persoon waarvoor geen enkele beschermingsmaatregel werd getroffen als bedoeld in artikel 492/1, en die in het bijzonder tot doel heeft om voor hem een buitenrechterlijke bescherming te regelen[, en de beëindiging van deze lastgeving krachtens het vijfde lid worden geregistreerd] in het centraal register dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat.
Het verzoek tot registratie gebeurt door de neerlegging van een voor eensluidend verklaard afschrift van de overeenkomst ter griffie van het vredegerecht van de verblijfplaats van de lastgever en subsidiair van zijn woonplaats, of door tussenkomst van de notaris die de lastgevingsovereenkomst heeft opgesteld.
In deze overeenkomst kunnen een aantal beginselen worden opgenomen die de lasthebber bij de uitoefening van zijn opdracht in acht moet nemen.
Binnen vijftien dagen na het verzoek tot registratie van de lastgevingsovereenkomst laat de griffier of de notaris deze opnemen in het centraal register dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. De Koning bepaalt de nadere regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register. Hij bepaalt welke overheden gratis toegang hebben tot het centraal register en bepaalt het tarief van de kosten voor de registratie van de overeenkomsten.
[De lasthebber, de meerderjarige lastgever die wilsbekwaam is of de ontvoogde minderjarige voor wie geen beschermingsmaatregel werd getroffen als bedoeld in artikel 492/1, delen hun beslissing om de overeenkomst te beëindigen aan de in het tweede lid bedoelde griffier of notaris mee. De lasthebber deelt deze informatie mee aan de vrederechter.] De lastgever kan op dezelfde wijze ook de beginselen wijzigen die de lasthebber bij de uitoefening van zijn opdracht in acht moet nemen en die zijn opgenomen in die overeenkomst. De griffier of de notaris die in kennis is gesteld van de beslissing om de overeenkomst te beëindigen, brengt de griffier of notaris door wiens tussenkomst de overeenkomst werd geregistreerd hiervan op de hoogte. Deze laatste vermeldt de wijziging op de oorspronkelijke akte of op het afschrift. Er wordt voorts gehandeld overeenkomstig het vierde lid.
Wetshistoriek
Opgeheven bij art. 2 (art. 19) W. 10 oktober 1967 (B.S., 31 oktober 1967), met ingang van 1 januari 1969 (art. 3 K.B. 4 november 1968 (B.S., 13 november 1968)) en opnieuw opgenomen bij art. 34 Wet 17 maart 2013 (BS 14 juni 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 233, zelf vervangen bij art. 22 Wet 12 mei 2014 (BS 19 mei 2014)).
Gewijzigd bij art. 7, 1° en 2° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1), van toepassing op alle lastgevingen verleend na 1 maart 2019 (art. 94 en 98).