Meer info
     

11/12/1991 NL-scheepvaartreglement Kanaal Gent-Terneuzen
Besluit van 11 december 1991 houdende een reglement voor de scheepvaart op het Kanaal van Gent naar Terneuzen

2 Laterale markering

Deze markering geeft de zijdelingse begrenzing van het vaarwater aan, dan wel de koppen van kribben, uitstekende punten van de oever, enz.

2.1 Hoofdmarkering


2.1.1 Rechterzijde
vorm:
stompe boei of ton, sparboei, drijfbaken, kopbaken, walbaken (driehoekig teken met de punt naar beneden gericht) of los steekbaken
 
kleur:
rood
 
topteken: (1)
rode cilinder
 
licht: (1)
rood isofaselicht of lang schitterlicht:
 
kenteken: (2)
de beginletter(s) van de naam van het vaarwater en een even nummering; voor oevermarkering een opeenvolgende nummering, onafhankelijk van de kleur
b.v. HD 4, HD 6 of 1, 2, 4, etc.
(1)
indien aanwezig
(2)
m.u.v. kop-, steek- en walbakens

2.1.2 Linkerzijde
vorm:
spitse boei of ton, sparboei, drijfbaken, kopbaken, walbaken (driehoekig teken met de punt naar boven gericht) of bijeengebonden steekbaken
 
kleur:
groen
 
topteken: (1)
groene kegel met de top naar boven gericht
 
licht: (1)
groen isofaselicht of lang schitterlicht
 
kenteken: (2)
kenteken de beginletter(s) van de naam van het vaarwater en een oneven nummering; voor oevermarkering een opeenvolgende nummering, onafhankelijk van de kleur
b.v. V 3, V 5 of 3, 5, 6, etc.
(1)
indien aanwezig
(2)
m.u.v. kop-, steek- en walbakens

2.1.3 Splitsingen en kruisingen
Deze markering is aangebracht op de scheiding of samenkomst van vaarwaters. De drijvende markering is altijd voorzien van een topteken ter onderscheiding van de markering veilig vaarwater (6.3).

a Vaarwaters van gelijk belang
vorm:
bolvormige boei of ton, sparboei, drijfbaken, kopbaken of walbaken (driehoekig rood teken met de punt naar beneden gericht boven een driehoekig groen teken met de punt naar boven gericht)
 
kleur:
rood-groen horizontaal gestreept
 
topteken:
rood-groene bol)
 
licht: (1)
wit snel isofaselicht (2s)
 
kenteken: (2)
de beginletter(s) van elk vaarwater in alfabetische volgorde met het volgnummer in de markeringsrij;
voor oevermarkering een nummering aansluitend aan die van de rechter- of de linkerzijde.
b.v. A – NM
2 1
b.v. 7
(1)
indien aanwezig
(2)
m.u.v. kop-, steek- en walbakens

b Hoofdvaarwater links (1)
vorm:
bolvormige boei of ton, sparboei, drijfbaken, kopbaken of walbaken
 
kleur:
rood boven en groen onder
 
topteken:
rode cilinder, op sparboei, drijf- en kopbaken tevens rode bol
 
licht: (1)
rood flikkerlicht
 
kenteken:
de beginletters met een nummer van beide: vaarwaters, hoofdvaarwater eerst genoemd.
b.v. HV KG
12 9
(1)
indien aanwezig

c Hoofdvaarwater rechts 3)
vorm:
bolvormige boei of ton, sparboei, drijfbaken, kopbaken of walbaken
 
kleur:
groen boven en rood onder
 
topteken:
groene kegel met de top naar boven gericht, op sparboei, drijf- en kopbaken tevens groene bol
 
licht: (1)
groen flikkerlicht
 
kenteken: (2)
de beginletters met een nummer van beide vaarwaters, hoofdvaarwater eerst genoemd.
b.v. VG- HV
1 14
(1)
indien aanwezig
(2)
m.u.v. kop-, steek- en walbakens

(1)
m.u.v. kop-, steek- en walbakens

2.2 Aanvullende markering

Op brede vaarwaters kan naast de hoofdbetonning gebruik worden gemaakt van de hierna genoemde aanvullende markering. Deze geeft dan de begrenzing aan van eveneens bruikbaar vaarwater buiten de hoofdbetonning.

2.2.1 Rechterzijde
vorm:
stomp, in principe een ander betonningsvoorwerp dan gebruikt voor de hoofdbetonning
 
kleur:
rood-wit horizontaal gestreept
 
topteken: Â (1)
rode cilinder.
 
(1)
indien aanwezig

2.2.2 Linkerzijde
vorm:
vorm: spits, in principe een ander betonningsvoorwerp dan gebruikt voor de hoofdbetonning
 
kleur:
groen-wit horizontaal gestreept
 
topteken: Â (1)
groene kegel met de top naar boven gericht.
 
(1)
indien aanwezig

2.2.3 Splitsingen en kruisingen
Zie hiervoor onderdeel 2.1.3.