13/06/1990 Bosdecreet
Bosdecreet van 13 juni 1990
Artikel 97
§ 1
Onverminderd [de verbodsbepalingen opgenomen in wetten, decreten en reglementen] is het, zonder toestemming van de eigenaar en machtiging van het [Agentschap], [of zonder dat het bepaald is in het goedgekeurd beheersplan], in alle openbare bossen [...] verboden:
- 1.
- het strooisel te verwijderen;
- 2.
- het dode hout, op de grond liggend of nog aan de stam bevestigd, te verwijderen tenzij het behoort tot een partij verkochte bomen;
- 3.
- knoppen, scheuten, twijgen, bloeiwijzen, kegels, vruchten, zaden te verzamelen en te verwijderen;
- 4.
- bomen op te snoeien, behoudens wanneer deze maatregel werd opgenomen in het goedgekeurd beheersplan;
- 5.
- keten, loodsen en alle andere constructies en verblijfsgelegenheden [op te richten en in stand te houden], en tenten en woonwagens, al dan niet op wielen, te plaatsen, met uitzondering van die welke vereist zijn voor het beheer en de bewaking van de bossen en voor de veiligheid en het welzijn van de personen die op rechtmatige wijze in het bos aanwezig zijn;
- 6.
- reclame aan de bomen te bevestigen, reclameborden te plaatsen en onverschillig welk ander middel van commerciėle reclame te gebruiken;
- 7.
- de rust in het bos en van de bezoekers op welke wijze ook te verstoren;
- 8.
- resten, vuilnis en afval, van welke aard ook, achter te laten buiten de daartoe ter beschikking gestelde verzamelplaatsen, met uitzondering van houtafval en boomschors die achterblijven na een toegestane exploitatie;
- 9.
- [dieren te houden binnen omheiningen;]
- 10.
- bomen te beschadigen, planten weg te nemen, uit te rukken of af te snijden;
- 11.
- onverschillig welk voorwerp dat tot de uitrusting van het bos behoort te vernielen, te beschadigen, te verplaatsen en te misbruiken;
- 12.
- prikkeldraad aan te brengen en/of in stand te houden in en om de bossen, tenzij anders voorzien in het beheersplan.
§ 2
Onverminderd [de verbodsbepalingen opgenomen in wetten, decreten en reglementen] is het, zonder toestemming van de [bosbeheerder] en machtiging van het [Agentschap] [of zonder dat het voorzien is in het goedgekeurd beheersplan] in alle privé-bossen verboden:
- 1.
- keten, loodsen en alle andere constructies en verblijfsgelegenheden [op te richten en in stand te houden], en tenten en woonwagens, al dan niet op wielen, te plaatsen, met uitzondering van die welke vereist zijn voor het beheer en de bewaking van de bossen en voor de veiligheid en het welzijn van de personen die op rechtmatige wijze in het bos aanwezig zijn;
- 2.
- reclame aan de bomen te bevestigen, reclameborden te plaatsen en onverschillig welk ander middel van commerciėle reclame te gebruiken;
- 3.
- de rust in het bos en van de bezoekers op welke wijze ook te verstoren;
- 4.
- resten, vuilnis en afval, van welke aard ook, achter te laten buiten de daartoe ter beschikking gestelde verzamelplaatsen, met uitzondering van houtafval en boomschors die achterblijven na een toegestane exploitatie;
- 5.
- bomen te beschadigen, planten weg te nemen, uit te rukken of af te snijden, tenzij als beheersmaatregel;
- 6.
- onverschillig welk voorwerp dat tot de uitrusting van het bos behoort te vernielen, te beschadigen, te verplaatsen en te misbruiken;
- 7.
- prikkeldraad aan te brengen en/of in stand te houden in en om de bossen, tenzij anders voorzien in het beheersplan;
- 8.
- [het strooisel te verwijderen;
- 9.
- dieren te houden binnen omheiningen [...]. Omvorming van bestaande bossen tot graasweide, wordt gelijkgesteld met ontbossing.]
§ 3 [
Overeenkomstig artikel 6.4.4, § 3, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed wordt voor het verlenen van een machtiging zoals vermeld in de paragrafen 1 en 2, die betrekking heeft op een handeling aan of in beschermde goederen zoals bedoeld in dat decreet, advies gevraagd aan de entiteit die door de Vlaamse Regering is belast met de beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed.
]
§ 4 [
De verboden, vermeld in paragraaf 1 en 2, gelden niet in de natuurreservaten, vermeld in artikel 16ter decies van het decreet Natuurbehoud.
]
§ 5
[...]
Wetshistoriek
§ 1, enig lid:
- –
- inleidende bepaling gewijzigd bij art. 64, 1° Decr. Vl. Parl. 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999), bij art. 22 Decr. Vl. Parl. 7 december 2007 (B.S., 14 januari 2008), met ingang van 14 januari 2008 (art. 73), bij art. 37, 1° Decr.Vl. 23 december 2010 (BS 18 februari 2011 (ed. 2)) en bij art. 53, 1° Decr.Vl. 26 april 2019 (BS 19 juni 2019);
- –
- 5. gewijzigd bij art. 53, 2° Decr.Vl. 26 april 2019 (BS 19 juni 2019);
- –
- 9. vervangen bij art. 64, 3° Decr. Vl. Parl. 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999).
§ 2, enig lid:
- –
- inleidende bepaling gewijzigd bij art. 64, 1° en 2° Decr. Vl. Parl. 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999), bij art. 22 Decr. Vl. Parl. 7 december 2007 (B.S., 14 januari 2008), met ingang van 14 januari 2008 (art. 73) en bij art. 37, 2° Decr.Vl. 23 december 2010 (BS 18 februari 2011 (ed. 2));
- –
- 1. gewijzigd bij art. 53, 3° Decr.Vl. 26 april 2019 (BS 19 juni 2019);
- –
- 8. ingevoegd bij art. 64, 4° Decr. Vl. Parl. 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999).
- –
- 9. ingevoegd bij art. 64, 4° Decr. Vl. Parl. 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999) en gewijzigd bij art. 24 Decr.Vl. 1 maart 2013 (BS 15 april 2013 (ed. 2)).
§ 3 opgeheven bij art. 64, 5° Decr. Vl. Parl. 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999) en opnieuw opgenomen bij art. 12.1.7 Decr.Vl. 12 juli 2013 (BS 17 oktober 2013), met ingang van 1 januari 2015 (art. 13.4.1 B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 27 oktober 2014)).
§ 4 opgeheven bij art. 64, 5° Decr. Vl. Parl. 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999) en opnieuw opgenomen bij art. 53, 4° Decr.Vl. 26 april 2019 (BS 19 juni 2019).
§ 5 opgeheven bij art. 97 Decr.Vl. 30 april 2009 (BS 25 juni 2009 (ed. 1)), met ingang van 25 juni 2009 (art. 5, 1° B.Vl.Reg. 30 april 2009 (BS 25 juni 2009 (ed. 1))).
Voorgeschiedenis
§ 5 gewijzigd bij art. 5 Decr. Vl. Parl. 7 december 2001 (B.S., 28 december 2001 (tweede uitg.), err., B.S., 12 januari 2002), met ingang van 1 januari 2002 (art. 8).