Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 214

[De echtelijke verblijfplaats wordt door de echtgenoten in onderlinge overeenstemming vastgesteld. Bij gebreke van overeenstemming tussen de echtgenoten doet de [familierechtbank] uitspraak in het belang van het gezin.
[Ingeval een der echtgenoten vermoedelijk afwezig is, of ingeval de vrederechter oordeelt dat een der echtgenoten in de onmogelijkheid verkeert zijn wil te kennen te geven of wilsonbekwaam is, dan wordt de echtelijke verblijfplaats vastgesteld door de andere echtgenoot.]]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 1 W. 14 juli 1976 (B.S., 18 september 1976).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 6 Wet 17 maart 2013 (BS 14 juni 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 233, zelf vervangen bij art. 22 Wet 12 mei 2014 (BS 19 mei 2014)) en bij art. 23 Wet 30 juli 2013 (BS 27 september 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 274).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen: art. 227 tot 230 Wet 17 maart 2013 (BS 14 juni 2013 (ed. 2)).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 36, 1° W. 9 mei 2007 (B.S., 21 juni 2007).