[Tegen elk huwelijk dat is aangegaan met overtreding van [de bepalingen van de artikelen 144, 146bis, 146ter, 147, 161, 162, 163, 341 of 353-13,] kan worden opgekomen door de echtgenoten zelf, door allen die daarbij belang hebben en door het openbaar ministerie.]
[De procureur des Konings vordert de nietigheid van een huwelijk dat is aangegaan met overtreding van de artikelen 146bis of 146ter.]
Vervangen bij art. 26 W. 31 maart 1987 (B.S., 27 mei 1987) en gewijzigd bij art. 6 W. 25 april 2007 (B.S., 15 juni 2007 (derde uitg.)) en bij art. 6 Wet 2 juni 2013 (BS 23 september 2013).
Gewijzigd bij art. 17 W. 4 mei 1999 (B.S., 1 juli 1999), met ingang van 1 januari 2000 (art. 25).