Meer info
     

08/06/1867 Strafwetboek
Strafwetboek van 8 juni 1867

Hoofdstuk III Namaking of vervalsing van zegels, stempels, merken, enz.

Artikel 179
Met [opsluiting] van tien jaar tot vijftien jaar worden gestraft zij die 's Lands zegel namaken of van het nagemaakte zegel gebruik maken.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 47 W. 23 januari 2003 (B.S., 13 maart 2003 (eerste uitg.)), met ingang van 13 maart 2003 (art. 128).

Artikel 180
[Met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar worden gestraft:
Zij die hetzij rijksstempels, hetzij keurstempels die dienen voor het merken van goud of zilver, namaken of vervalsen.
Zij die van die nagemaakte of vervalste stempels of keurstempels gebruik maken.
Zij die muntstempels, -matrijzen of andere voorwerpen of middelen bestemd tot het vervaardigen van de munten, namaken of vervalsen.
De namakers of vervalsers van stempels, matrijzen, clichés, platen of andere voorwerpen of middelen die dienen voor het vervaardigen hetzij van zegels, hetzij van aandelen, schuldbrieven, rente- of dividendbewijzen, hetzij van biljetten aan toonder door de Staatskas uitgegeven of van bankbiljetten die wettelijk gangbaar zijn of waarvan de uitgifte door of krachtens een wet is toegelaten of in euro zijn uitgedrukt.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 7 W. 4 april 2001 (B.S., 23 juni 2001 (eerste uitg.)).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 2 W. 3 maart 1953 (B.S., 6 maart 1953).

Artikel 181
Met dezelfde straf worden gestraft zij die wetens papier ofwel goud of zilver, gemerkt met een nagemaakt of vervalst zegel of keurstempel, te koop stellen.

Artikel 182
Indien de door het waarborgkantoor geplaatste keurmerken bedrieglijk op andere voorwerpen worden aangebracht, of indien deze keurmerken of de zegelafdruk worden nagemaakt zonder van een nagemaakt keurstempel of zegel gebruik te maken, worden de schuldigen gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar.

Artikel 183
Hij die zich met zijn weten papier aanschaft dat met een nagemaakt of vervalst zegel gemerkt is, en daarvan gebruik maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden.

Artikel 184
Met gevangenisstraf van drie maanden tot drie jaar wordt gestraft en tot ontzetting van rechten overeenkomstig artikel 33 kan worden veroordeeld:
Hij die biljetten voor personen- of goederenvervoer namaakt of van een nagemaakt biljet gebruik maakt;
Hij die het zegel, het stempel of het merk, hetzij van enige overheid, hetzij van een private bank-, nijverheids- of handelsinrichting, hetzij van een bijzondere persoon, namaakt, of van de nagemaakte zegels, stempels of merken gebruik maakt.
Poging tot die wanbedrijven wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar.
Beperking toepassing
Opgeheven wat de fabrieksmerken betreft bij art. 17 W. 1 april 1879 (B.S., 3 april 1879).

Artikel 185
Met gevangenisstraf van twee maanden tot drie jaar wordt gestraft hij die zich echte zegels, stempels en merken, bestemd voor een van de doeleinden in de artikelen 179 en 180 aangegeven, wederrechtelijk aanschaft en ze aanwendt of gebruikt met benadeling van de rechten en belangen van de Staat, van enige overheid of zelfs van een bijzondere persoon.
Poging tot dat wanbedrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar.

Artikel 185bis
[Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar worden gestraft:
Zij die met bedrieglijk opzet ontvangen of zich aanschaffen hetzij nagemaakte of vervalste muntstempels, -matrijzen of andere voorwerpen of middelen als bedoeld in artikel 180, voorlaatste lid, hetzij echte muntstempels, -matrijzen of andere voorwerpen of middelen, bestemd tot het vervaardigen van munten.
Zij die met bedrieglijk opzet ontvangen of zich aanschaffen hetzij nagemaakte of vervalste stempels, matrijzen, clichés, platen of andere voorwerpen of middelen, uit hun aard bestemd tot het namaken of het vervalsen van biljetten aan toonder door de Staatskas uitgegeven of van bankbiljetten die wettelijk gangbaar zijn of waarvan de uitgifte door of krachtens een wet is toegelaten of in euro zijn uitgedrukt, hetzij echte stempels, matrijzen, clichés, platen of andere voorwerpen of middelen bestemd tot het vervaardigen van die biljetten.]]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 1, 8° W. 12 juli 1932 (B.S., 20 augustus 1932) en vervangen bij art. 8 W. 4 april 2001 (B.S., 23 juni 2001 (eerste uitg.)).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 3 W. 3 maart 1953 (B.S., 6 maart 1953).

Artikel 186
[Zij die zegels, stempels of merken die bestemd zijn voor een van de doeleinden in de artikelen 179 en 180 aangegeven en die toebehoren aan vreemde landen, namaken of vervalsen, of die van zulke nagemaakte of vervalste zegels, stempels of merken gebruik maken, worden gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.
Met dezelfde straffen worden gestraft:
Zij die muntstempels, -matrijzen of andere voorwerpen of middelen bestemd tot het vervaardigen van vreemde munten, namaken of vervalsen.
Zij die stempels, matrijzen, clichés, platen of andere voorwerpen of middelen namaken of vervalsen welke dienen voor het vervaardigen van biljetten aan toonder door een vreemde Staat uitgegeven of van bankbiljetten die aldaar wettelijk gangbaar zijn of waarvan de uitgifte is toegelaten door een wet van een vreemd land of door een bepaling die aldaar kracht van wet heeft.
Zij die het zegel, het stempel of het merk van enige vreemde overheid namaken of van de nagemaakte zegels, stempels of merken gebruik maken, worden gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot drie jaar en kunnen worden veroordeeld tot ontzetting van rechten overeenkomstig artikel 33.
Poging tot dat wanbedrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 9 W. 4 april 2001 (B.S., 23 juni 2001 (eerste uitg.)).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 1 W. 22 juni 1896 (B.S., 25 juni 1896), bij art. 1, 9° W. 12 juli 1932 (B.S., 20 augustus 1932) en bij art. 4 W. 3 maart 1953 (B.S., 6 maart 1953).

Artikel 187
[Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar wordt gestraft hij die zich echte zegels, stempels of merken, bestemd voor een van de doeleinden in de artikelen 179 en 180 aangegeven en toebehorende aan vreemde landen, wederrechtelijk aanschaft en ze aanwendt of gebruikt met benadeling van de rechten en belangen van die landen, van enige overheid of zelfs van een bijzondere persoon.]
Poging tot dat wanbedrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 22 juni 1896 (B.S., 22 juni 1896).

Artikel 187bis
[Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar wordt gestraft:
Hij die met bedrieglijk opzet ontvangt of zich aanschaft hetzij nagemaakte of vervalste muntstempels, -matrijzen of andere voorwerpen of middelen als bedoeld in artikel 186, derde lid, hetzij echte muntstempels, -matrijzen of andere voorwerpen of middelen bestemd tot het vervaardigen van vreemde munten.
Hij die met bedrieglijk opzet ontvangt of zich aanschaft hetzij nagemaakte of vervalste stempels, matrijzen, clichés, platen of andere voorwerpen of middelen als bedoeld in artikel 186, vierde lid, hetzij echte stempels, matrijzen, clichés, platen of andere voorwerpen of middelen welke bestemd zijn tot het vervaardigen van biljetten aan toonder door een vreemde Staat uitgegeven of van bankbiljetten die aldaar wettelijk gangbaar zijn of waarvan de uitgifte is toegelaten door een wet van een vreemd land of door een bepaling die aldaar kracht van wet heeft.]]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 1, 10° W. 12 juni 1932 (B.S., 20 augustus 1932) en vervangen bij art. 10 W. 4 april 2001 (B.S., 23 juni 2001 (eerste uitg.)).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 5 W. 3 maart 1953 (B.S., 6 maart 1953).

Artikel 188
Met gevangenisstraf van twee maanden tot drie jaar worden gestraft en tot ontzetting van rechten overeenkomstig artikel 33 kunnen worden veroordeeld zij die nationale of vreemde postzegels of andere postzegels namaken of de nagemaakte zegels te koop stellen of in omloop brengen.
Poging tot namaking wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar.

Artikel 189
Zij die zich nagemaakte postzegels of andere plakzegels aanschaffen en daarvan gebruik maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand.

Artikel 190
Met geldboete van zesentwintig [euro] tot driehonderd [euro] worden gestraft:
Zij die hetzij een postzegel of een andere plakzegel, hetzij een biljet voor personen- of goederenvervoer ontdoen van het merk waaruit blijkt dat die reeds tot gebruik hebben gediend;
Zij die gebruik maken van een zegel of een biljet die men van dat merk ontdaan heeft.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).

Artikel 190bis
De bepalingen van de artikelen 188 tot 190 zijn niet alleen van toepassing op de plakpostzegels, maar eveneens op die welke gedrukt worden op documenten die de post uitgeeft, evenals op de frankeerwaarden die vertegenwoordigd worden door afdrukken van machines of door symbolen die door de post erkend zijn.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 150 W. 21 maart 1991 (B.S., 27 maart 1991), met ingang van 1 oktober 1992 (art. 154).

Artikel 191
Hij die op fabrikaten de naam van een ander fabrikant dan de voortbrenger, of de handelsnaam van een andere fabriek dan die, welke de goederen gemaakt heeft, plaatst of door bijvoeging, wegneming of om het even welke verandering doet voorkomen, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden.
Dezelfde straf wordt uitgesproken tegen elke koopman, commissionair of kleinhandelaar die wetens goederen, met verdichte of vervalste namen gemerkt, te koop stelt of in de handel brengt.