Correctionele straffen verjaren door verloop van vijf jaren, te rekenen van de dagtekening van het arrest of van het in laatste aanleg gewezen vonnis, of te rekenen van de dag waarop het in eerste aanleg gewezen vonnis niet meer kan worden bestreden bij wege van hoger beroep.
Indien de uitgesproken straf drie jaar te boven gaat, is de verjaringstermijn tien jaren.